Wetenschap: Dinosaurus zat lang op ei

Natuurnieuws
Wetenschap: Dinosaurus zat lang op ei

Fossiel van een Protoceratops-embryo. Credit: AMNH/M. Ellison

Dinosauriërs waren trage broeders: pas na drie tot zes maanden kwamen de jongen uit het ei gekropen. Dat is zeker twee keer zo lang als de broedperiode van hun nu nog levende nazaten, de vogels. De lange broedperiode maakte de dinosauriërs extra kwetsbaar voor uitsterven, schrijven Amerikaanse paleontologen in PNAS van 2 januari.

Net vogels
Vogels zijn de enige nu nog levende dinosauriërs, menen de meeste paleontologen. Zo’n 65 miljoen jaar geleden overleefde een kleine groep dinosauriërs de massa-extinctie en ontwikkelde zich tot de duizenden vogelsoorten van vandaag de dag. Dinosauriërs lijken daarom is veel opzichten op vogels. Sommige hadden bijvoorbeeld veren en ze waren waarschijnlijk warmbloedig. Onderzoekers veronderstelden daarom dat dinosauriërs ook ongeveer even lang op hun ei zaten als vogels: gemiddeld 11 tot 85 dagen.

Dino-embryo’s
Om die theorie te testen, zette de onderzoekers de zaag in twee fossiele dinosaurusembryo’s. De eerste was van een Protoceratops, een dinosaurus ter grootte van een varken met eieren van zo’n 194 gram. Het tweede embryofossiel was afkomstig van een Hypacrosaurus, een veel grotere dinosaurus die eieren legde van meer dan 4 kilo. Beide waren bijna volledig ontwikkeld en stonden op het punt van uitkomen.

Groeilijnen
Ze verwijderden de kaken en tanden en analyseerden de zogenaamde lijnen van Von Ebner, groeilijnen die de leeftijd van elk gebit onthullen. ‘De lijnen zijn vergelijkbaar met de jaarringen van bomen, maar dan dagelijks vastgelegd’, licht eerste auteur Gregory Erickson van Florida State University toe in een persbericht. ‘Op die manier konden we letterlijk tellen hoe ver elk embryo in zijn ontwikkeling zat.’

Kwetsbaar
Het Protoceratops-embryo bleek drie maanden oud te zijn en het Hypacrosaurus-embryo zes maanden oud. Hiermee komt de incubatietijd van deze twee soorten meer overeen met die van reptielen dan met die van vogels. Dit maakte dinosauriërs extra kwetsbaar, denken de onderzoekers. Ouders moesten hun eieren langer verdedigen tegen roofdieren, hadden grotere kans op verhongering, en konden hun eieren moeilijker behoeden voor bijvoorbeeld overstromingen. Hierdoor zouden dinosauriërs in het nadeel zijn in vergelijking met andere diergroepen die de massa-extinctie van 65 miljoen jaar geleden wel overleefden.

De zaag erin
‘Het is een interessant onderzoek met een verrassende uitkomst’, licht paleontoloog Anne Schulp van Naturalis toe. ‘En het is goed dat dit eindelijk een keer is uitgezocht. Dit is uitermate destructief onderzoek, dus een museum staat meestal niet te popelen hun zeldzame fossiele dino-embryo’s hiervoor af te staan. Toch zou dat wel goed zijn. Met alleen deze studie zijn moeilijk algemene conclusies te trekken zijn. Hopelijk is dit het begin van een reeks vergelijkbare onderzoeken die meer inzicht geven in de ecologie van dinosauriërs. Dus ik zeg: de zaag erin!’

foto Steijn van Schie door
Steijn van Schie