Wetenschap: Pterosauriërs werden niet allemaal reuzen

Natuurnieuws
Wetenschap: Pterosauriërs werden niet allemaal reuzen

Een reconstructietekening van de gevonden, kleine
pterosauriër afgezet tegen een moderne huiskat.
Illustratie: Mark Witton

Niet vogels, maar pterosauriërs waren de eerste gewervelde dieren die op eigen kracht konden vliegen. Britse en Noord-Amerikaanse paleobiologen hebben nu fossielen van een opmerkelijk kleine soort pterosauriër ontdekt die ‘slechts’ een spanwijdte van anderhalve meter had. Bijzonder, want de meeste bekende pterosauriërs uit die tijd zijn reusachtig. De grootste had zelfs de omvang van een giraf en met elf meter een spanwijdte van een klein vliegtuig. Pterosauriërs leefden ongeveer in dezelfde prehistorische tijdperken als de dinosauriërs, vanaf 220 miljoen jaar geleden in het trias tot hun uitsterven 66 miljoen jaar geleden aan het eind van het krijt.

‘Deze nieuwe pterosauriër is zo opwindend omdat dit erop wijst dat kleine pterosauriërs aanwezig waren tot aan het eind van het krijt en ze dus niet zijn weggeconcurreerd door vogels’, vertelt paleobioloog Elizabeth Martin-Silverstone van de Universiteit van Southampton. De door de onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Open Science (30 augustus online) beschreven 77 miljoen jaar oude fossielen van opperarmbenen en wervels zijn afkomstig van een kortvleugelig en tandloos vliegend reptiel, gevonden op een eilandje vlak bij het Canadese Vancouver Island.

‘Het exemplaar is lang niet het mooiste en meest complete pterosauriërfossiel dat je kunt vinden, maar toch een spannende en belangwekkende vondst’, meent pterosauriërexpert Mark Witton van de Universiteit van Portsmouth. Het gaat vaak om lichte, holle en uiterst kwetsbare fossielen en kleine exemplaren zijn daarom nog zeldzamer. ‘We hadden echt het geluk aan onze zijde dat verschillende botten van dit dier bewaard zijn gebleven’, aldus Witton. ‘Door de interne botstructuur en de fusie van wervels konden we zien dat het, ondanks het kleine formaat, een bijna volwassen dier was. Het gaat dus om een echt kleine soort en niet om een baby of jong van een grote pterosauriër.’

De onderzoekers denken dat juist doordat kleine pterosauriërfossielen slechter bewaard blijven, we tot nu toe een vertekend beeld hebben van de vliegende reptielen die vroeger leefden. ‘Dat telt op bij groeiende bewijs dat het late krijt niet gedomineerd werd door grote en reusachtige soorten, maar er in dat tijdperk ook veel kleinere pterosauriërs waren’, aldus Martin-Silverstone. Tussen de oervogels vlogen dus destijds niet alleen reusachtige vliegende reptielen als Quetzalcoatlus and Hatzegopteryx, maar ook kleinere pterosauriërs van het formaat meeuw.

Meer informatie
Publicatie in Open Science
Jachtwijze van pterosauriërs moet worden herzien (Kennislink, 2007)

Documentaire Largest flying creature ever - Pterosaurs:

foto Gert van Maanen door
Gert van Maanen