Wetenschap: Slokje zeewater geeft zeebewoners prijs

Natuurnieuws
Wetenschap: Slokje zeewater geeft zeebewoners prijs

Minder dan 30 liter zeewater hadden onderzoekers nodig om hele walvishaaipopulaties in kaart te brengen. Het is voor het eerst dat onderzoekers de genetica van hele populaties hebben opgehelderd met behulp van dna-monsters in het zeewater, in plaats van dna-monsters van de dieren zelf. Deze methode op basis van zogeheten environmental dna (e-dna) maakt monitoring en beheer van deze en andere bedreigde diersoorten eenvoudiger, schrijven 21 november in Nature Ecology & Evolution.

Bij soorten die grote afstanden afleggen of soms diep onder water verdwijnen, is het lastig voor onderzoekers om schattingen te maken van het aantal dieren of om hun onderlinge verwantschap te bepalen. De walvishaai is zo’n soort. Met zijn 15 meter lengte is het een van de grootste vissen op aarde. De soort is wereldwijd bedreigd, maar efficiënte monitoring was tot nog toe lastig.

Jaarlijks verzamelen zich honderden walvishaaien in de Perzische Golf voor de kust van Qatar om te foerageren op de eieren van tonijnen die in het gebied paaien. Al jaren deden marien biologen van Maersk Oil Research onderzoek naar de walvishaaien in het gebied dat bekend staat als het Al Shaheen Oil Field. Een uitgelezen kans voor onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen om de betrouwbaarheid van e-dna te testen.

De onderzoekers namen twintig zeewatermonsters, analyseerden het dna van de walvishaaien en vergeleken deze met de gegevens van de eerder genomen weefselmonsters. Daaruit bleek dat walvishaaien in de Perzische Golf nauwer verwant zijn aan walvishaaien in de Indische Oceaan en Grote Oceaan dan aan walvishaaien in de Atlantische Oceaan. Ook rekenen ze voor dat het aantal reproducerende dieren grofweg zeventigduizend vrouwtjes telt in de Indische en Grote Oceaan. Dat past bij eerdere schattingen van honderd- tot tweehonderdduizend vrouwtjes wereldwijd.

Nu blijkt dat de methode werkt, kunnen onderzoekers gemakkelijker informatie over populaties verzamelen. Ook speculeren ze dat ze de e-dna-methode kunnen inzetten om voedselketens te bestuderen. Uit de monsters bleek nu al een duidelijke correlatie tussen het aantal walvishaaien en hun voornaamste voedsel: hoe meer tonijn-dna in de watermonsters, hoe meer dna van walvishaaien ze aantroffen.

foto Maartje Kouwen door
Maartje Kouwen