Wetenschap: Snot helpt dolfijnen vissen op te sporen

Natuurnieuws
Wetenschap: Snot helpt dolfijnen vissen op te sporen

‘Het is veel moeilijker dan je denkt om hard klinkende geluiden met een hoge frequentie te maken’, zegt Aaron Thode, een in zeezoogdiergeluiden gespecialiseerde onderzoeker van het oceanografisch instituut Scripps in San Diego. Dat het zeezoogdieren als dolfijnen toch lukt om snelle klikgeluiden te produceren, danken ze volgens hem aan snot. Natte, kleverige oppervlakten in de neusholten van dolfijnen spelen een sleutelrol in deze geluidsproductie, vertelde Thode op 24 mei op een geluidssymposium in Amerika.

Wetenschappers dachten al dat dolfijnen harde klikgeluiden produceren door lucht door de neusholtes de persen. Door vibraties met het  weefsel aan de binnenkant van de neusholte ontstaan klikken, gesjirp en gefluit, maar hoe precies was onduidelijk. De luchtstromingen in de neus zelf filmen is niet mogelijk, wat het gaat om processen die zich afspelen in duizendsten van een seconde. Thode gebruikte daarom een model dat de vibraties en het klankverloop bij geluidproductie imiteert.

De aldus geïmiteerde klanken vergeleek Thode met opgenomen dolfijngeluiden. Hierbij blijkt dat het alleen mogelijk is om luide klikken te maken die elkaar snel opvolgen, als het weefsel in de neusholtes voor een kleef-en-klap-effect zorgt. Eigenschappen die volgens Thode erg lijken op die van het groene snot en slijm, dat als speelgoed wordt verkocht. Dat rekt lang mee, maar kan ook plots uiteen klappen. Het slijm in de neusholtes van dolfijnen heeft waarschijnlijk vergelijkbare eigenschappen, wat de typerende dolfijnklanken verklaart. Dit levert een nieuw inzicht in de manier waarop dolfijnen en andere walvisachtigen via echolocatie voorwerpen kunnen waarnemen.

Achtergrondinformatie:
- SchoolTV-filmpje ‘Hoe werkt geluid?’
- Website Dolfijnen in Zee over Dolfijnentaal
- Kennislink-artikel ‘Een prater onder water’
- National Geographic-artikel ‘Hoe denken dolfijnen'

foto Gert van Maanen door
Gert van Maanen