Helden op walvisvaart

Lees, kijk, speel
Helden op walvisvaart

Walvissen zitten doorgaans niet in Nederlandse vissersnetten. Nederlandse vissers vangen garnalen, tong of paling. Walvissen beschouwen we tegenwoordig als imposante dieren die we moeten beschermen in plaats van vangen. Maar nog niet eens zo lang geleden werden Nederlandse mannen als helden uitgezwaaid als ze ter walvisvaart gingen.  

Hoofdpersoon Tijs in het boek Walvisvaarders – de noodlottige reis van de Jonge Eva wil maar wat graag zo’n held worden. Hij meld zich aan als kajuitwachter van commandeur Klaas Daalder op het schip de Jonge Eva, die zal afreizen naar Straat Davis bij Groenland. Maar een plezierreisje zal het niet worden. Het is hard werken en walvissen vangen blijkt een gevaarlijk karwei. Samen met de rest van de bemanning moet Tijs barre kou trotseren, en helse stormen, naderende ijsschotsen en ijsberen.

Het boek Walvisvaarders leest als een spannende avonturenroman die moeilijk is weg te leggen. Het ijzingwekkende verhaal is gebaseerd op waargebeurde gebeurtenissen en bestaande  personen uit de achttiende eeuw. Het boek geeft daardoor een fascinerend inkijkje in het vissersleven uit die tijd. Hoe de houten zeilschepen van toen zich staande moeten houden in zwaar weer, hoe de mannen in de ijzige kou op de uitkijk staan naar ijsschotsen en naar walvissen, en hoe een walvis meedogenloos wordt afgeslacht en als een pot goud wordt onthaald op het schip. Het is Tijs’ taak de glibberige hompen walvisspek in het ruim op te slaan en de stukken vet van vuil te ontdoen. 

Walvisvaarders gingen niet zomaar op avontuur. De tocht was lang en gevaarlijk; de mannen doorstonden talloze ontberingen en gaven soms zelfs hun leven in de strijd om walvissen. Ook Tijs moet vechten voor zijn leven. Maar walvistraan en -vet zijn in zijn tijd hard nodig en worden gebruikt voor kaarsen, zeep en in leerlooierijen en touwslagerijen. De baleinen van de walvis worden gebruikt in korsetten; de botten als tuinschutting en grafzerk. 

Opvallend is dat veel bemanningsleden op walvisschepen van de Nederlandse Waddeneilanden kwamen, zoals speksnijders, harpoeniers, de stuurman en de chirurgijn. Ook in het boek. Zo kwam commandeur Klaas Daalder, de baas van het schip de Jonge Eva, van Texel. Klaas Daalder heeft echt bestaan: hij voer in 1725 voor het eerst als bevelhebber uit met de Jonge Eva. Over die expeditie is uit oude kranten alleen bekend dat ‘’t schip van Klaes Daelder was verongelukt’; de bemanning overleefde wonderwel. Bijzonder is dat het huis van Klaas Daalder in Den Hoorn, dat hij kocht met geld van latere walvisvaarten, nog steeds te bezichtigen is: in het Walvisvaardershuisje heeft de tijd stil gestaan en is te zien hoe de walvisvaarders leefden en in bedsteden sliepen.

De walvisvaart bleef niet zonder gevolgen. Tussen 1661 en 1795 vingen Nederlandse schepen naar schatting 72 duizend Groenlandse walvissen. Daarna liep de populatie terug en was de walvisvaart niet langer lonend; de populatie is vandaag de dag nog niet hersteld. In 1946 pakte Nederland de walvisvaart weer op, dit keer met moderne schepen en kanonnen met harpoenen. Doelsoorten waren toen de blauwe vinvis, gewone vinvissen en bultruggen. Toen de walvisvaart in 1964 definitief stopte hadden Nederlandse schepen naar schatting 26 duizend walvissen gevangen. Ook deze populaties hebben nog steeds niet dezelfde omvang als voorheen. 

Meer weten over walvissen? In de Walviszaal van het Texelse Ecomare is van alles te zien en te leren van walvissen.

Walvisvaarders – de noodlottige reis van de Jonge Eva
Bianca Mastenbroek
De Vier Windstreken
ISBN 9789051163902
Hardcover, 355 pagina’s, 15,95 euro

Afbeelding: Abraham Storck

foto Maartje Kouwen door
Maartje Kouwen